De impact van het regeerakkoord op de tewerkstelling van personeel

De inkt van het regeerakkoord is nog nat. Niettemin kan je hieronder alvast een aantal maatregelen vinden die een wijziging betekenen tegenover de huidige reglementering bij het tewerkstellen van personeel. Het invoeren van alle nieuwe maatregelen zal nog wel wat tijd vergen en er zullen ook nog wel wat details omtrent de invoering en toepassing opduiken. Naast de hieronder weergegeven maatregelen zijn er uiteraard nog veel maatregelen die een zekere intentie of betrachting uitdrukken of onderwerpen evacueren naar de sociale partners. Al deze goede voornemens werden niet mee opgenomen hieronder. We weten allemaal hoe het meestal afloopt met die goede voornemens...
Hier gaan we (letterlijke overname uit het regeerakkoord)
- Elk kind krijgt bij de geboorte een rugzakje met verlofrechten waarin de bestaande verloven in het kader van de geboorte en de latere zorg voor het kind geïntegreerd worden. In het familiekrediet is er ook plaats voor nieuwe of aangepaste modaliteiten zoals bijvoorbeeld opname door grootouders en het stimuleren van opname door beide ouders. Bij kinderen die maar 1 ouder (meer) hebben, maakt die ouder aanspraak op het volledig rugzakje.
- Voor SWT (het voormalige brugpensioen) en andere systemen die in de publieke sector een vervroegde uittrede uit de arbeidsmarkt aanmoedigen stopt de nieuwe instroom vanaf de datum van het regeerakkoord, behalve voor medisch SWT.
- Eenmaal per loopbaan mag een werknemer, die al minstens een loopbaan van 10 jaar heeft van effectief gewerkte jaren, zelf ontslag nemen en kan hij voor een beperkte periode van maximum 6 maand toch beroep doen op een werkloosheidsuitkering. Deze duurtijd kan 1 keer worden verlengd met 6 maand bij het volgen van een succesvolle opleiding voor een knelpuntberoep en indien deze opleiding werd aangevat in het eerste trimester van de werkloosheidsuitkering.
- Na overleg met de sociale partners, wordt voor 30/06/2025 een nieuw wettelijk kader ingevoerd waarbij een annualisering van de arbeidstijd of 'accordeon' uurroosters mogelijk wordt voor deeltijdse en voltijdse arbeid. Deze annualisering wordt ingevoerd mits akkoord van de betrokken werknemers, zonder verlies van koopkracht en met de vrije keuze tussen inhaalrust of uitbetaling. Waar mogelijk wordt hierbij arbeidstijdregistratie ingevoerd.
- De verplichting dat de minimale wekelijkse arbeidsduur minstens 1/3e moet zijn van een voltijds uurrooster wordt afgeschaft.
- De verhoging van de begrenzing van studentenarbeid in het arbeidsrecht en sociale zekerheid wordt permanent tot maximaal 650 uur studentenarbeid. De leefijdsgrens voor studentenarbeid wordt 15 jaar.
- Het verbod op nachtarbeid wordt afgeschaft, net als de wettelijke verplichte sluitingsdag. De regelgeving inzake openingsuren wordt versoepeld.
- Na overleg met de sociale partners voeren we uiterlijk voor 31/12/2025 de proefperiode opnieuw in: het wordt voortaan mogelijk voor beide partijen om het arbeidscontract te beëindigen met een opzegtermijn van 1 week gedurende de eerste 6 maanden van het contract.
- Een tijdelijke en/of soepele overgang van personeel naar een andere werkgever kan voordelen hebben voor alle betrokken partijen: de verschillende werkgevers, de werknemer en de sociale zekerheid. In overleg met de sociale partners worden de bestaande mogelijkheden uitgebreid. Dit gebeurt zonder het risico op koppelbazerij te vergroten, door het beschermende wettelijke kader van de uitzendarbeid als uitgangspunt te nemen. We vragen aan de sociale partners om de uitzendarbeid van onbepaalde duur in de praktijk te brengen.
- Het maximum jaarinkomen voor flexi-jobs wordt verhoogd van 12.000 naar 18.000 euro, en waar geldend wordt het maximum uurloon verhoogd van 17 naar 21 euro. Deze bedragen worden verder geïndexeerd. We schrappen voor voltijdse werknemers het verbod van tewerkstelling bij verbonden ondernemingen.
- Om flexibele arbeid te garanderen zorgen we voor een structurele en uniforme en flexibele algemene regeling van 180u voor fiscaalvriendelijke overuren met een lastenverlaging voor de werkgever en een belastingvermindering voor de werknemer. Voor onvrijwillige overuren behouden we de bestaande procedure en het overloon. Wat betreft de vrijwillige overuren voeren we één aantrekkelijk systeem in tot 360 vrijwillige overuren zonder motief of inhaalrust, dat arbeidsrechtelijk van toepassing is in alle sectoren. Voor 240 van deze vrijwillige overuren is geen overloon verplicht en is bruto gelijk aan netto, dus zonder sociale bijdrage of personenbelasting, Dit gebeurt op basis van een schrifelijke overeenkomst tussenwerknemer en werkgever die steeds opzegbaar is. Voor de horeca zullen de huidige 360 vrijwillige overuren opgetrokken worden naar 450 overuren, waarvan 360 zonder verplicht overloon, en zal de huidige regeling vereenvoudigd en flexibeler gemaakt worden. Werknemers die geen vrijwillige overuren wensen te verrichten mogen daar geen nadelige gevolgen van ondervinden.
- We activeren de ontslagvergoeding en beperken ze voor nieuwe aanwervingen tot maximum 52 weken om een beter evenwicht te vinden tussen een degelijk niveau van sociale bescherming en een aantrekkelijk investeringsklimaat.
- We schrappen de federal learning account en onderzoeken vervolgens een minder administratief belastend systeem.
- We schrappen de startbaanverplichting. Deze verplichting zorgt voor veel administratieve overlast en schiet door de vele vrijstellingen die bestaan zijn doel voorbij.
- Om de aangifte van loon- en arbeidstijdgegevens te moderniseren, de administratie voor de werkgevers te vereenvoudigen en innovaties te faciliteren, wordt het project e-gov 3.0 geïmplementeerd.
- Waar akkoorden tussen de werkgever en de werknemer zesmaandelijks hernieuwd moeten worden (bijvoorbeeld voor de vierdagenweek), wordt deze verplichting vervangen door of minstens aangevuld met de mogelijkheid om een akkoord van onbepaalde duur te sluiten met een zesmaandelijks herroepingsrecht.
- We responsabiliseren werkgevers om versterkt in te zetten op de re-integratie van hun langdurig zieke werknemers tussen 18 en 54 jaar. Gedurende de eerste 2 maanden van primaire arbeidsongeschiktheid die volgen op de periode van gewaarborgd loon vragen we aan werkgevers, die geen KMO zijn, een bijdrage voor deze groep van 30% van de uitkering die ten laste is van het RIZIV. Voor hen vervangt dit de huidige sancties die worden opgelegd aan bedrijven met relatief veel langdurig zieke werknemers.
- In het kader van een beleid ter bestrijding van absenteïsme zal de mogelijkheid om jaarlijks tot 3 keer 1 ziektedag op te nemen zonder medisch attest worden hervormd zodat dit nog slechts 2 keer per jaar kan.
- Door de fiscale hervorming moet het opnieuw interessanter worden om personeel te belonen in geld, eerder dan andere in voordelen in natura. De bestaande collectieve bonussystemen (CAO 90, winstpremie, …) worden daarom vereenvoudigd en het toepassingsgebied wordt meer geharmoniseerd. Deze harmonisatie mag niet leiden tot enige verhoging van de fiscale lasten, noch voor de werkgever, noch voor de werknemer.
- Om de koopkracht te verbeteren, geven we aan de sociale partners zo snel mogelijk de opdracht om de wettelijk toegestane maximale tussenkomst voor de maaltijdcheques te verhogen met twee maal 2 EUR de komende legislatuur. De aftrekbaarheid van de werkgeverskost zal overeenkomstig worden verhoogd. Tevens zal de bestedingsmogelijkheid van de maaltijdcheque worden uitgebreid.
- De andere bestaande cheques (eco-cheques, cultuurcheques, ...) worden uitgedoofd in samenspraak met de sociale partners teneinde het aantal soorten cheques te reduceren en de koopkracht te behouden.
- Het bestaande mobiliteitsbudget wordt hervormd tot een mobiliteitsbudget voor iedereen. Hierbij wordt vertrokken vanuit de terbeschikkingstelling door de werkgever van een budget waar de wagen, alsook andere vervoersmodi, bestedingsmogelijkheden zijn op basis van hun werkelijke waarde. Daarenboven vervangt het nieuwe mobiliteitsbudget bestaande regelingen voor tussenkomsten van de werkgever in de woon-werk- en privéverplaatsingen van de werknemer, met het oog op een vereenvoudiging van het bestaande stelsel. Verder wordt de nieuwe regeling (para)fiscaal gunstig behandeld, om zo de aantrekkelijkheid van het nieuwe systeem te waarborgen. Tot slot wordt bij de uitwerking van deze hervorming rekening gehouden met de nodige overgangsmaatregelen. Het mobiliteitsbudget zal door werkgevers systematisch als mogelijkheid worden aangeboden aan werknemers die recht hebben op een bedrijfswagen.
- Er komt zo snel mogelijk een kader voor kosten eigen aan de werkgever.
- Het systeem van flexibel verlonen wordt wettelijk omkaderd. De regering wil de druk op het brutoloon verminderen door de brutoloonruil te beperken tot maximaal 20% van het jaarlijkse brutoloon. Aanvullende bonussen kunnen nog steeds boven op het loon worden toegekend. Er wordt gewaakt over de administratieve eenvoud.
- Studenten die één euro te veel verdienen dreigen vandaag niet meer ten laste zijn van de ouders, waardoor zowel ouders als studenten belastingen moeten betalen en bepaalde voordelen (zoals bijv. kindergeld of studiebeurzen) in het gevaar komen. Daarom verdubbelen we onmiddellijk de fiscale vrijstelling voor inkomsten uit studentenarbeid en verhogen we het maximumbedrag van de nettobestaansmiddelen naar 12.000 euro voor iedereen.
- Het fiscale regime voor auteursrechten zal worden uitgebreid om een einde te maken aan de bestaande discriminatie tussen digitale beroepen (die momenteel niet van het regime kunnen profiteren volgens de fiscus) en andere beroepen. Werken die beschermd zijn onder boek XI, titel 6, van het Wetboek van Economisch Recht zullen in aanmerking komen voor het fiscale regime van auteursrechten.
Proficiat als je het tot hier hebt gehaald. Op die manier ben je ook nog mee met onderstaande maatregel waarvoor het woord uitdaging een understatement is ;-)
- We onderzoeken of en hoe we het «teleTREINwerk» kunnen stimuleren door de gewerkte uren tijdens het traject met openbaar vervoer mee te tellen nadat de treinen beter zijn uitgerust (tablets, stopcontacten, wifi of voldoende 4G-dekkingop het volledige spoornetwerk). Dit zal helpen om de drukte op de wegen en in de treinen beter te spreiden gedurende de dag.