De nieuwe verrekening van het vakantieattest... een voorbeeld.

15-11-2023

Met een recent Koninklijk Besluit werd de Wet betreffende de Jaarlijkse Vakantie aangepast. Meer bepaald werd de manier waarop vakantieattesten van een vorige werkgever moeten worden verrekend, aangepast. De wijzigingen hebben enkel betrekking op werknemers die zijn tewerkgesteld als bediende. Voor arbeiders verandert er niets.

Dit artikel heeft geenszins de bedoeling de volledige reglementering te bespreken; wel om a.d.h.v. een cijfervoorbeeld het verschil tussen de huidige en toekomstige manier te duiden.

Niettemin moeten we de 'de theorie' kort schetsen. 

  • Op heden wordt het vakantiegeld dat wordt betaald door de vorige werkgever in één keer verrekend. Dit gebeurt dan wettelijk in de maand waarin de bediende zijn hoofdvakantie neemt, maar in de praktijk veelal in de maand waarin het dubbel vakantiegeld op ondernemingsniveau wordt betaald. 
  • In de toekomstige situatie zal voor iedere maand waarin de bediende een vakantiedag neemt reeds 90% van het brutodagloon worden verrekend (waardoor hij 10% van dat brutodagloon blijft ontvangen). In december (of de maand van uitdiensttreding) wordt er een soort regularisatie opgesteld waarbij het verschil tussen hetgeen moet worden ingehouden en de bedragen die reeds zijn ingehouden wordt geregulariseerd.  Aan de berekening en verrekening van het dubbel vakantiegeld wijzigt in principe niets.

Soms zegt een voorbeeld veel meer dan duizend woorden. Hieronder probeer ik dan ook in eenvoudig voorbeeld het verschil tussen beide systemen te duiden. Hopelijk wordt het hierdoor iets bevattelijker!

Op heden is het nettoloon van de bedienden in normale omstandigheden stabiel, met als uitzondering de maand van de vakantiegeldberekening (en -verrekening).  In de toekomst zullen deze nettolonen per maand voor bedienden die bij u starten, meer variëren in functie van het aantal opgenomen vakantiedagen die maand; hetgeen mogelijks tot meer vragen zal leiden van uw bedienden. Veel succes!